Op mijn 22 ste begon ik in mijn eerste baan als intercedente bij een groot uitzendbureau. Niet in mijn eigen studierichting helaas, omdat het in die jaren lastig was een baan te vinden. Maar het werk leek me afwisselend en later zou ik wel verder zien. De allereerste uitzendkracht die ik plaatste was meteen een groot succes. Dat lag, eerlijk gezegd, meer aan de uitzendkracht dan aan mij. Een boerenzoon, die van aanpakken weet. Van ’s avonds een kerel, ’s morgens een kerel. Gemotiveerd, niet te moeilijk en altijd bereid in weer en wind naar zijn werk te fietsen. Het bedrijf waar ik hem plaatste was zo enthousiast over hem, dat hij na een aantal maanden een vaste baan kreeg aangeboden. Ik bedacht dat ik toch wel heel geschikt was voor dit werk! Het waren mooie tijden voor de werkgevers die vacatures hadden. Een boerenzoon die alles wil doen, kom daar tegenwoordig nog maar eens om. De boerenzoons van tegenwoordig verschijnen in TV programma’s of doen mee aan een verkiezing voor boer van het jaar. Ja, those were the days.
In de huidige arbeidsmarkt zitten veel bedrijven te springen om vakbekwaam personeel en tegelijkertijd zijn er nog honderduizend werkzoekenden. Op zoek blijven gaan naar die hardwerkende boerenzoon levert geen resultaat op. Het dwingt ons creatiever, toleranter en ruimdenkender te worden. Om niet bij de pakken neer te gaan zitten en af te stappen van het beeld van de ideale kandidaat voor een baan. Vooroordelen en stereotiepen spelen nog steeds een grote rol op de arbeidsmarkt. Iemand die nu nog geen werk heeft… dat kan niets zijn. Andersom werkt het precies zo. Werkzoekenden die het geloof in zichzelf helemaal verliezen en waardoor het een selffulfilling prophecy wordt. We zoeken nu eenmaal graag de bevestiging van ons eigen gelijk!
Afgelopen vrijdag stond er in deze krant een artikel over de banenmarkt in Hengelo. Waar met behulp van een visagist, kapper en stijlconsulent gewerkt werd aan de uitstraling en presentatie van de werkzoekende. Uiteindelijk gaat het om zelfvertrouwen en geloof in jezelf. Dat geloof, denken dat het kan, heeft grote effecten. Een werkgever die gelooft in zijn werknemer, zorgt er automatisch voor dat die medewerker beter presteert. Dit fenomeen heet het pygmalion-effect. Bekend is het onderzoek waarbij een groep leerlingen met hetzelfde IQ verdeeld werd in twee klassen. Tegen de ene leraar werd verteld dat hij de slimme leerlingen had en tegen de ander dat hij leerlingen kreeg van een zeer laag niveau. Wat bleek na verloop van tijd; de zogenaamde slimme leerlingen haalden betere resultaten en gingen met veel plezier naar school. Het positieve beeld van de leraar zorgde ervoor dat hij ze uitdagende opdrachten gaf, en bij fouten opzoek ging naar het waarom. De andere leerkracht had zich bij de situatie neergelegd en interpreteerde een fout als ‘ zie je wel, ze leren het nooit, met alle gevolgen vandien. De moraal van dit verhaal: schenk je werknemers vertrouwen. Of het nu boerenzoons of stadsjochies zijn, dat vertrouwen betaalt zich vanzelf terug.
Jacqueline van Vreden