De start was zo veelbelovend. Nadat ik thuis met de kinderen had besproken hoe we de taken beter konden verdelen, waren ze heel enthousiast. Aanvankelijk kwamen ze met de meest wilde ideeën, die we, met enig gevoel voor de realiteit van mijn kant, terugbrachten tot een eenvoudig schema met taken erop. Mijn oudste dochter typte ze uit en daar hing het schema in de keuken. De eerste weken was er niets aan de hand. Vol enthousiasme ging de speciaal voor dit doel aangeschafte wekker mee met diegene die de komende dag de beurt zou hebben en daardoor een kwartier eerder zou moeten opstaan.
Het uitpakken van de vaatwasser, dekken van de tafel en ’s avonds de afwas doen, het liep als een speer. Ja, duidelijkheid en verantwoordelijkheid, je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen, pochte ik tegen mijn moeder. Zelfs de jongste van zeven voerde haar taken uit.
Na een paar weken was de swung eruit. ‘Sorry, de wekker ging niet af, ik ben nog zo moe, waarom moet ik het doen? Gisteren had mijn zus de beurt en toen was het Tweede Pinksterdag en toen heeft zij toch ook niets gedaan?’.
De klad zit erin. En ik ken de theorie…aandacht blijven geven, complimenten uitdelen, consequent herhalen etc. maar de praktijk is vaak weerbarstiger dan de theorie. Want in de praktijk komen er allerlei dingen tussendoor, of is er te weinig tijd. Dan betrap ik me erop dat ik denk: ‘laat ik het zelf maar even doen, dat gaat sneller dan er uitgebreid op in gaan’. Op korte termijn misschien handig, op de lange termijn niet heel effectief. Denk maar aan het delegeren van zaken. Het kost eerst tijd, voordat het tijd oplevert.
Het is ook een veelgehoorde vraag na een training van medewerkers van een bedrijf of organisatie. Hoe houd je het enthousiasme vast en voorkom je dat iedereen in het oude patroon vervalt? Een van de belangrijkste zaken bij coaching en training is iets verder te gaan dan alleen het veranderen van gedrag. Wil je dit bewerkstelligen dan is het belangrijk je denkbeelden over zaken die je gedrag bepalen mee te veranderen. Niet alleen een kunstje leren, maar ook overtuigd zijn van het belang van dit gedrag.
Hoe zorg je ervoor dat het tijdens de training geleerde onder de aandacht blijft van de deelnemers? Voor die verankering is een aantal methodes. Na een training kunnen de deelnemers hun voornemens en adviezen aan zichzelf bijvoorbeeld op een kaart schrijven. Na drie maanden ontvangen ze hun eigen kaart gericht aan zichzelf. De doelen en actiepunten kunnen in het gesprek met de leidinggevende weer aan de orde komen. Ook in intervisiegroepen (een kleine groep collega’s die meedenken met degene die een case inbrengt, door het stellen van vragen) kan er aandacht voor zijn.
Dat het niet vanzelf gaat is duidelijk. Ik zal er thuis nog heel veel aandacht, tijd en energie in moeten steken voordat ik in de komende zomermaanden na het eten lekker in de tuin kan zitten!
Jacqueline van Vreden