Ik kan erg genieten van samen televisie kijken. Gezellig met z’n allen op de bank, bakje chips erbij, hoe simpel kan leuk zijn. Nu is dat nog niet zo heel eenvoudig met kinderen in verschillende leeftijden. Zo vinden de oudste twee Baantjer geweldig, maar kan ik, om een gestoorde nachtrust te voorkomen, de jongste twee dan maar beter uit de buurt van de tv houden. Zij zijn de laatste dagen volledig in de ban van het Sinterklaasjournaal, die tijd hebben de oudste alweer gehad, helaas. Maar nu is er weer zo’n gezellig tv moment op de zaterdagavond waar we met z’n allen naar kijken. De X-factor. Een soort Idols, maar dan zonder leeftijdseis. Gepresenteerd door Wendy van Dijk die zonder twijfel een enorme X factor heeft. Mensen van alle leeftijden worden beoordeeld op hun zangkwaliteiten en uitstraling. Met een ‘ deskundige’ jury, waar Henk Jan Smits weer als voorzitter optreedt. Ik heb er geboeid naar zitten kijken.
Afgelopen week waren de voorrondes in Amsterdam. Een zeer bont gezelschap trad aan. Een echte jodelaarster, een operazanger, 6 leuke frisse meiden, die bij binnenkomst al zeer enthousiast begroet werden door de heren jury leden en een paar transseksuele zangeressen met een zware stem en heftige uitstraling. ‘Veel bagger’ om in termen van de jury te spreken. Wat me zo fascineert is het absolute gebrek aan zelfkennis van de meeste deelnemers en de manier waarop men omgaat met kritiek. Dat is wat, denk ik, alle kijkers interessant vinden en dit verklaart ook de populariteit van het programma. Hoe kan het toch dat je absoluut vals zingt en er zelf van overtuigd bent dat je een geweldige stem hebt? Of dat je (op z’n zachts gezegd) een zeer opmerkelijk uiterlijk hebt met dito tanden en van jezelf vindt dat je een geweldige uitstraling hebt? Wat dan wel weer schattig is, dat de familieleden verwachtingsvol staan te wachten op de uitslag en ook een totaal onbegrip hebben voor het in hun ogen foute oordeel van de jury. Ach, mijn oma zei het al: ‘Liefde is blind en Jan kan niet zien’.
Als je iets gaat leren is er eerst de fase waarin je onbewust onbekwaam bent. Denk maar aan autorijden. Voordat je voor het eerst achter het stuur zit, weet je niet wat je allemaal nog niet weet. Vervolgens komt het moment dat je bewust onbekwaam bent. Je krijgt in de gaten wat je allemaal nog niet kunt en weet en je gaat het leren. Om nog even in termen van het autorijden te blijven, je bent bezig met je eerste rijlessen. Als het goed gaat bereik je de fase dat je bewust bekwaam bent. Je kunt autorijden, maar bent nog erg druk om alle handelingen goed uit te voeren. Je bent je bewust van alle spiegels en de werking van de koppeling. Het gaat goed! En zeg nu zelf, als je als jarenlange autorijder in de auto stapt, denk je dan nog na over wat je doet? Wel nee, dat gaat vanzelf, je bent nu onbewust bekwaam geworden. Je vindt het zo gewoon dat je denkt dat het eigenlijk niets voorstelt. En dat is bij autorijden niet zo erg, maar kan lastig zijn als je gaat solliciteren en moet benoemen waar je goed in bent. Bij veel kandidaten die ik begeleid naar ander werk is dit een onderwerp waar we bij stil staan. Wat daarbij kan helpen is het benoemen van je successen. Een hulp bij het ontdekken van je capaciteiten en talenten. Je begint met het noteren van zoveel mogelijk persoonlijke successen en werkt dan vervolgens de vijf grootste successen verder uit. Vragen die daarbij helpen zijn: wat was mijn doel, welke aanpak had ik om het doel te bereiken, welke hindernis of belemmering deed zich (eventueel) voor, wat was het resultaat, welke vaardigheden gebruikte ik en waar ben ik trots op? Dan verzamel je bij de vijf genoemde situaties de vaardigheden en eigenschappen. Je stelt vervolgens voor jezelf vast welke daarvan vaker voor komen. Kun je lijnen benoemen, zie je aanwijzingen met betrekking tot favoriete werkzaamheden en welke conclusie kun je hieruit trekken ten aanzien van werk? Blijven de meeste X-factor deelnemers onbewust onbekwaam, jij bent onbewust bekwaam, maar je weet het van jezelf.
Dus…door naar de volgende ronde!
Jacqueline van Vreden