De kranten, tijdschriften en tv programma’s staan er bol van. De oranjegekte van het WK heeft toegeslagen. Ook hier in huis is mijn zoon er door aangestoken. Hij is de hele dag in de weer met voetbalplaatjes en zit vol verhalen. Aan het ontbijt vraagt hij zijn zusje; Zeg Sophie, heb je enig idee hoeveel Cocu weegt? Hij weegt 74 kilo. Is geboren in 1970 en is 1.81 cm lang.
Zij kijkt hem aan of ze water ziet branden. Met drie zussen staat hij toch enigszins alleen in zijn enthousiasme. ( Zou het in de genen zitten?). Gelukkig voor hem heeft hij een mannelijke leerkracht op school en is de klas geheel oranje versierd. Tot mijn grote vreugde heeft hij ook de megafoon met olé geluid, die hij van mijn moeder(!) kreeg, meegenomen naar school.
Ik herinner me dat wij in 1974, vlak voor het WK plotseling een nieuwe tv kregen. Mijn vader, die zich nooit bemoeide met het huishouden of de inrichting, kwam stralend thuis. Een bakbeest van een tv had hij, zonder enig overleg, aangeschaft. Ik vond het geweldig. De voetbal was na een paar weken afgelopen en we hebben er nog jaren veel plezier van die enorme tv gehad.
‘Slechte tijd voor voetbalhaters’ stond er vorige week in de krant. Een aantal vrouwen heeft een actiegroep opgericht, omdat ze zich storen aan de enorme aandacht voor voetbal en het effect wat het heeft op de mannen. Ik heb de website bekeken en de klachten van de dames zijn talrijk; mannen ‘jatten’ kostbare zendtijd, mannen zien je niet meer staan, mannen worden lelijk als ze voetbal kijken etc.
Ik zou de dames aanraden eens te kijken naar de voordelen. Als je er even over nadenkt zijn die er volop. Je kunt rustig naar de sauna, zonder keurende blikken van aanwezige mannen, je kunt met je vriendinnen een gezellige avond te hebben en leuke ‘feelgood’ dvd’s huren, de mannen zijn mooi rustig als ze tv kijken. En zo kan ik nog wel even door gaan.
Je kunt alles van meerdere kanten bekijken en hoe je het ziet, bepaalt wat het je doet. Iets mooier geformuleerd dan de uitspraak van Johan Cruijff ‘elk nadeel hep z’n voordeel’ misschien, maar een waarheid waar je niet omheen kunt. Wijze woorden van een vijftiger. Waar een andere vijftiger baat bij had.
Momenteel begeleid ik bij een onderneming uit Enschede werknemers die ontslag wacht, bij het vinden van een nieuwe baan. Onlangs had ik Ernst in een training. Hij is 52 jaar. Ernst kon moeiteloos opnoemen waarom het hem niet meer zou lukken op zijn leeftijd nog een baan te vinden. ‘Ik ben te oud, te duur, ze willen alleen maar jongeren, ze denken dat ik niet meer flexibel ben, ze willen niet meer investeren in een opleiding. Niet echt gedachten die helpen om actief en zelfverzekerd de arbeidsmarkt te benaderen. Ik vroeg hem na te denken over de voordelen van zijn leeftijd. Dat koste wel enige moeite, want we zoeken graag bevestiging voor onze gedachten en meningen. Uiteindelijk kwamen er voordelen en hij werd steeds enthousiaster. Ernst had bij drie werkgevers in totaal 32 jaar gewerkt. O.a. bij een overheidsinstelling en in het bedrijfsleven. Hij had ervaring opgedaan met verschillende culturen, had voor verschillende leidinggevenden gewerkt. Had deel uitgemaakt van een zelfsturend team, was zelfstandig en gewend zich snel dingen eigen te maken. Ernst had met allerlei collega’s samengewerkt. Makkelijke collega’s en collega’s met een gebruiksaanwijzing. Hij had jongeren ingewerkt en ze wegwijs gemaakt bij zijn toenmalige werkgevers. Hij heeft een sterk verantwoordelijks gevoel en is altijd erg betrokken geweest bij zijn werk.
De nadelen van ‘te oud’ werden vervangen door de voordelen. Tijdens het ‘oefen’ sollicitatiegesprek zat hij rechtop en op de opmerking dat hij wel wat ouder was antwoordde hij:’Ik heb veel werkervaring, hoef niet lang ingewerkt te worden, de kinderen zijn de deur uit, ik ben flexibeler voor wat betreft de werktijden. Als we straks doorwerken tot ons 68e jaar, kunt u nog jaren rekenen op een zelfstandige, verantwoordelijke medewerker die veel kennis meebrengt.’
Uiteindelijk is Ernst er in geslaagd via een tijdelijke baan een vast contract te krijgen. Hij zal nog vaak denken aan de uitspraak van Cruijff. ‘Elk nadeel hep z’n voordeel’.
Jacqueline van Vreden

Eerder verschenen in Tubantia