Sociale vaardigheden worden steeds belangrijker in onze samenleving en op de werkvloer. Diegene die makkelijk contact legt heeft al snel een streepje voor. Goed communiceren en omgaan met allerlei soorten mensen is in de meeste functies essentieel. Een praatje maken met onbekenden hoort hier ook bij. Of dat nu is op een netwerkbijeenkomst, tijdens de pauze van een congres, tijdens de borrel op het werk of op een feestje waar je veel onbekenden treft. Dit blijkt voor veel mensen lastig te zijn. Wat moet je zeggen, hoe kom je zo interessant mogelijk over, waar praat je over? Hoe leg je contact terwijl je je afvraagt of de ander wel op je zit te wachten?

Soms denk ik wel eens dat we het maken van een praatje verleren. We doen de boodschappen in de supermarkt waar het enige contactmoment met de caissière is die ons standaard een prettige dag wenst omdat dat zo hoort. Dat is heel wat anders dan de groenteboer die je persoonlijk hielp en waarmee je een praatje maakte. Veel contacten gaan via de telefoon of via de mail. Mijn twee oudste kinderen hebben veel contact via MSN. Of er hier wel sprake is van een gesprek is nog maar de vraag. Om het wat echter te maken wordt er wel sinds kort gebruik gemaakt van de web-cam. Deze is de keuken in gericht zodat ik op de meest onverwachte momenten in beeld ben. Afstand houden is geboden want als ik even belangstellend kijk wie er in beeld is, klinkt al snel een geïrriteerd; ‘Mam, ga weg!

Dit contact met bekenden waar ze zo druk mee zijn is heel wat anders dan het persoonlijke contact met onbekenden. Toch is dit een vaardigheid die zoals gezegd steeds meer gevraagd wordt. Denk alleen maar aan het netwerken. Toen ik pas in Twente werkte nodigde een collega mij uit samen met hem naar een netwerkbijeenkomst te gaan. Ik dacht nog, met z’n tweeën lijkt me dat wel prima. Toen we de volle zaal inliepen zei hij terloops; ik zie je over een uur bij de uitgang. We gaan niet klitten, want dan kunnen we niet netwerken. Het zweet brak me uit. Hoe spreek je iemand aan? Wat doe je als er allemaal groepen bij praattafels staan en je kent werkelijk niemand? Allereerst maar iets te drinken halen en dan om je heen kijken. Inmiddels ben ik veel bijeenkomsten verder. Het voordeel is nu dat ik vaak bekenden zie, maar ook als dat niet het geval is heb ik vaak leuke gesprekken en ontmoetingen. Je moet in ieder geval af van het idee dat iedereen op je let en denkt dat je toch aardig voor aap staat als je alleen staat en om je heen kijkt. Iedereen zit namelijk in hetzelfde schuitje. Het eerste contact moment is het oogcontact. Via dit oogcontact voel je aan of je kunt aansluiten. Als er een groepje staat maak je oogcontact met een van hen en voel je aan of je erbij kunt gaan staan. En dan het onderwerp van gesprek. Je wilt natuurlijk origineel, gevat en intelligent overkomen. Deze moeite kun je je besparen. Het onderwerp hoeft niet interessant te zijn. Je kunt vaak aansluiten op wat je gemeenschappelijk hebt, de lezing die je hebt gehoord, de ruimte waar je in bevindt. Of zelfs het weer, de files en meer van dat soort veilige onderwerpen. Deze ‘openingen’ zijn te vergelijken met de neuzel of snuffel fase tijdens een sollicitatie gesprek. Vragen als: heeft u het kunnen vinden, goh het was wel slecht weer vanochtend hè?’ Niet uitmuntend in originaliteit maar wel functioneel in het eerste contact. Als je merkt dat er belangstelling is kun je andere onderwerpen aansnijden.

Ik kwam erachter dat het in feite niets anders was dan de praatjes die ik als kind maakte als ik mijn vader hielp in zijn zaak. Een paar ‘losse’ opmerkingen en daarna gaat het vanzelf. Is het eerste contact gelegd dan is het luisteren en het stellen van vragen belangrijk. Open vragen leveren meer antwoorden op. De vragen die beginnen met wie, waar wanneer, hoe, welke en wat. En voor je het weet ben je zo verwikkeld in een gesprek. Het aangaan van dit soort contacten blijkt vaak heel plezierig en nuttig. Waarbij je moet waken voor types die tijdens een gesprek constant over je schouder gluren naar nog ‘nuttiger’ gezelschap. Een goede afsluiting is ook belangrijk. Gemiddeld duurt een gesprek 10 tot 15 minuten. Het uitwisselen van visitekaartjes en het benoemen van het feit dat het prettig was elkaar te spreken geven aan dat het gesprek eindigt. Waarna je weer met iemand anders een praatje maakt. Mijn kinderen hoeven straks geen computer cursus meer te volgen. Ik denk dat ik het geld maar besteed aan een vaardigheids training; ‘Een praatje maken’

Jacqueline van Vreden

Eerder verschenen in Tubantia